EN250-Blog600x300PADI-leden die in Europa lesgeven moeten weten dat er in het afgelopen jaar wijzigingen zijn geweest in de Europese richtlijn EN250. Deze richtlijn betreft de productie van ademapparatuur voor onder water. De wijzigingen gelden voor het gebruik van alternatieve luchtvoorzieningen. De gevolgen van deze wijzigingen zullen niet direct maar geleidelijk zichtbaar worden aangezien apparatuur die geproduceerd werd in de tijd dat de vereisten van de vorige richtlijn nog van toepassing waren, nog wel een tijd in omloop zal zijn. Je moet echter van de wijzigingen in de richtlijn op de hoogte zijn zodat je weet wanneer je enkele wijzigingen met betrekking tot de configuratie van alternatieve luchtvoorzieningen moet doorvoeren.

EN250 StandardDe belangrijkste wijzigingen die van invloed zullen zijn op alle ademautomaten geproduceerd conform de nieuwe richtlijn (van 2014) zijn de volgende:

  • Bij een diepte van meer dan 30 meter of een watertemperatuur van minder dan 10°C gaat de voorkeur niet uit naar een octopus. In plaats daarvan wordt een volledig onafhankelijk systeem geadviseerd.
  • Eerstetrapsystemen die niet (speciaal) ontwikkeld zijn voor gebruik in koud water zullen de aanduiding “>10°C” krijgen.
  • Eerstetrapsystemen die geschikt zijn voor gebruik bij lagere temperaturen zullen mogelijk door de fabrikant op het systeem een dergelijke aanduiding krijgen.
  • Eerstetrapsystemen krijgen de aanduiding “A” als hierop een alternatieve luchtvoorziening (octopus) kan worden aangesloten.

Deze wijzigingen worden geleidelijk ingevoerd zodra meer ademautomaten worden geproduceerd conform de aangepaste richtlijn. Mocht je vragen hebben over hoe je een bepaald ademautomaat kunt gebruiken, neem dan voor advies contact op met de fabrikant.


Related Articles